Loopt men niet het risico op zijn uiterlijk beoordeeld te worden ?

Loopt men niet het risico op zijn uiterlijk beoordeeld te worden ?

Het gezicht is steeds een mooi mysterie om toe te lichten. Elk gezicht dient met het grootste respect bekeken te worden. Om het even welk gezicht wordt mooi wanneer men het begint te accepteren of nog beter, ervan begint te houden!

Lees deze prachtige tekst tot op het einde, deze gaat over opmerkingen:

Voor mij is er een plaats zonder bankje: drie meter leegte en het achterste van de wagon. Daar, op de klapstoeltjes een dame. Ze is dertig jaar, misschien jonger. Ze is blond. Haar haren worden naar achter gehouden met twee haarspelden. Ze draagt een mantel in nepbont. Op haar knieën zit een baby van negen of tien maanden oud, lekker warm ingeduffeld. De grote zus van zes of zeven jaar zit mooi recht en braaf naast haar in haar lichtblauwe trainingspak.

Ik had de papa niet ‘opgemerkt’. Hij zit naast me. Ik had eerst een ‘voorgevoel’. Ik werp een blik op hem en ik ‘besef’. Ze zijn lelijk! Alle vier.

De mama heeft een gigantische mond, een wijkende kin, zware, vale wangen. Haar dochter lijkt ontzettend veel op haar. De twee staartjes met krullende blonde haren kunnen niet verbergen dat het gezicht van dit meisje lelijk is, zoals…hoe zal ik het zeggen?… een kneusje! De baby is nog lelijker dan het meisje. De uitpuilende ogen lijken me nu ondraaglijk. Toen ik er eerder geen aandacht aan besteedde was het nog aanvaardbaar. Zolang mijn blik viel op de man die laat opgestaan was deze zondagochtend en zich tevreden stelde door te ijsberen in de ruimte voor mij, was me niets opgevallen. Het is pas toen hij naast me ging zitten en ik hem in profiel zag dat het me duidelijk werd: de te grote, uitpuilende ogen…  Wat een ramp! Hij heeft ze echter aan zijn zoon doorgegeven. Hij zit nochtans vol leven, deze beweeglijke baby en men laat er zich door meeslepen. Maar neen, dat kan niet! Hij is lelijk, echt lelijk, even lelijk als zijn papa. De vader, de zoon, de moeder en de dochter: allemaal zijn ze even lelijk. Diep in mij voel ik een soort oncontroleerbare verontwaardiging opwellen. Een familie kneusjes! Deze lege, futloze blik van de vader met zijn vrouw en hun twee kinderen lijkt akte te nemen. Deze zo gefixeerde blik, zonder expressie lijkt eindeloos te duren bij deze teleurstellende vaststelling: mijn vrouw is lelijk, mijn kinderen zijn lelijk!

En plots lijkt er wel een deken van schaamte over me te vallen.

Plots word ik me bewust van mijn vreselijke gedachten. Wat is er gebeurd? Een wolk is opengespleten en de zon die ik een moment vergeten was, is teruggekomen. Alles is veranderd. Maar wat is er dan gebeurd? Zo weinig!… En toch! Het zo rechtop zittende meisje heeft zich naar haar broertje gedraaid, ze heeft haar armen rond het ingeduffelde ventje gelegd. Ze kust hem één keer, twee keer, drie keer onstuimig. Hij tovert de mooiste glimlach van plezier op zijn gezicht. De mama heeft haar gezicht verstopt in de blonde haren van haar twee kinderen en de vader naast mij, de vader met de lege blik en de pruillip lacht. En het meisje, de baby en de moeder lachten toen ze naar elkaar keken, ze hebben al lachend naar elkaar gekeken en plots werden ze alle vier heel mooi. Toen heb ik ook gelachen en om iets te zeggen, heb ik gezegd “het is mooi weer” en de vader: “Ja, heel mooi weer”.

Mannentaal